Verspenen
Bij het verspenen worden de dicht op elkaar staande kiemplanten uit de grond of uit kweekbakjes gehaald en apart in een grotere pot gezet. Meestal gebeurt dit pas, als de eerste twee echte bladeren, dit zijn de eerste blaadjes na de kiemblaadjes, tevoorschijn zijn gekomen. De planten worden tot de wortelhals in de grond gezet. Verspeende planten zijn steviger en hebben een beter wortelgestel.
Als u een zaailing voorzichtig aan het blad optilt en niet steeltje, ziet u dat er wortelen aan zitten onder de grond. U verspeent de zaailingen en plant ze op hun definitieve plaats in de volle grond en ook wellicht een paar in een pot.
Een verspeenlepeltje of verspeenlatje is een handig gereedschap bij het verspenen. Met de lepelvorm wip je de zaailing uit het zaaibakje zonder de fragiele wortelen te beschadigen. Met het puntje / smalle gedeelte, dat aan de andere kant van het gereedschap zit, maak je het plantgat.
Uitplanten
Heb je plantjes gekweekt in een zaaibakje , dan plant je de plugjes uit, als de zaailingen voldoende gegroeid zijn. Klik het zaaibakje met de aarde los en druk zachtjes door op de onderste tray. Hierdoor komen de zaailingen omhoog en zijn ze gemakkelijk beet te pakken. Klaar voor de volgende groeifase in de volle grond of in een pot. Dit systeem traint de wortels, waardoor goed uitneembare plugjes ontstaan. Makkelijk bij het verspenen en uitplanten.
Bij planten gekweekt in kweekbakjes met kokos turftabletten kunnen in z’n geheel overgeplant worden naar tuingrond of bloempot.
Ook zaailingen in oppotpotjes kunnen in hun geheel in de grond worden gezet.
Bij deze methodes worden de wortelen niet gestoord en kan de plant gelijk verder gaan met groeien op de nieuwe locatie.
Tomaten, aubergine en pepers willen graag wat dieper uitgeplant of verspeend worden.
Wie tomaten kweekt weet dat er na de eerste keer verspenen, nog een tweede verspening volgen waarbij de plant wederom dieper kan worden herplant. De derde fase is de uitplant op de definitieve plaats en ook nu wordt de tomaat dieper geplant dan je in de pot heeft gedaan.
Tip van een tomatenexpert: als je de onderste blaadjes van de plant weghaalt houd je een lange stengel over. Wortelkluit en onderste stengelgedeelte leg je licht gebogen in de grond. Een paar scheppen extra aarde over de stengel zorgt ervoor dat deze bedekt blijft. Wees niet bang dat de plant schuin omhoog groeit, want deze zoekt het licht op dat recht boven de plant te vinden is. Uit de stengel groeien worteltjes nadat ze met aarde zijn bedekt. Omdat de tomatenplant oppervlakkig wortelt, wordt het wortelbestand dubbel zo groot en de spreiding van de wortels zorgt voor meer stevigheid en meer water opnemend vermogen. Dieper uitplanten betekent sowieso meer wortelend vermogen; door de stengel schuin te leggen geeft dit wat extra’s wat de groei ten goede zal komen.
Uitdunnen
Te dicht op elkaar gezaaide gewassen, kunnen niet tot volledige wasdom komen. Geef de zaailingen de ruimte door er wat uit te dunnen. Hoeveel ruimte een gewas nodig heeft staat vaak op de verpakking van het zaad.
Wortelen, bieten, pastinaak worden uitgedund om ze de ruimte te geven uit te groeien tot een mooi formaat.
De zaailingen van sla, biet of wortel gooi je niet op de composthoop, maar zijn weer smakelijk in een salade.
Voorzichtig water geven; Na het uitdunnen, verplanten of verspenen geef je de zaailingen flink water met een gieter voorzien van een broes.