De hazelaar (Corylus avellana) is een struikachtige boom met verschillende onderstammen, met elk jaar nieuwe twijgen. Hij bloeit meestal rond januari als er nog geen bladeren aan zitten. De mannelijke bloempjes hangen als bruine katjes aan de takken samen met de roze vrouwelijke bloemknopjes.
De verwachting is dat na deze relatief koele en vochtige zomer de hazelaar veel hazelnoten geeft.
Hazelnoten rapen
Hazelnoten zijn volop te vinden in het wild. U moet alleen weten hoe de hazelaar eruitziet en waar deze bomen zich bevinden. Straatnamen verraden het al: Hazelaardreef, Hazelaarlaan, Hazelaarstraat, Notengaard.
Weet je eenmaal een vindplaats, dan kan je daar elke herfst jouw voordeel mee doen. En hazelnoten rapen zonder bukken kan eenvoudig met de hazelnotenraper . Die rolt de hazelnoten gemakkelijk voor u op, ook tussen lang gras en blad.
Na het rapen laat je de hazelnoten direct goed drogen op een luchtige, droge plaats. Spreid de noten goed uit, bijvoorbeeld in een zeef .
Na twee weken droogtijd zijn hazelnoten in de dop in een koele, goed geventileerde ruimte tot twee jaar te bewaren.
Nuttige struik
Het hout van de hazelaar kan als staken voor stokbonen gebruikt worden. De buigzame jonge twijgen zijn geschikt voor manden vlechten.
Hazelnoot aanplanten
‘Webb’s Prize Cobb’, ‘Rode Zellernoot’ en ‘Lange Spaanse’ zijn rassen die een goede opbrengst aan hazelnoten geven. In de winter aangeplant op vochtige, leemachtige grond hebben ze meer kans op succes dan aangeplant in de lente.