Wintertijd
Het is dassen- en jassenweer. Dik aangekleed ga ik naar buiten, ongeacht mijn doel. De zon staat veel te ver weg om me te verwarmen. Als ik buiten ben moet ik zelf maar voor beweging zorgen om me warm te houden. Ook als er geen werk is te verzetten, ben ik vaak in mijn Smultuin. Gewoon er zijn, zoals je ook zwijgend op de bank kunt zitten met iemand die je liefhebt en met wie je je hart in stilte kunt delen. Ik klop eens op de bast van de ‘Bramley’s seedling’ moesappelboom en adem op de knoppen. En haal mijn hand langs de zwarte bes, die ook nu geurt.
Het is ineens winter. Net op tijd in de Smultuin een Victorian bell gezet over de laurier, rozemarijn en tijm. Snel heb ik nog even de wintertuinbonen met transparant tuinfleece overdekt en flink wat water uit de regentonnen geschept, om ruimte te scheppen. Het water gaat uit zetten tijdens de vorst. Een oude deken over de koude bak gedaan om de zaailingen en winterpostelein te beschermen. De tere struiken hebben een beschermhoes om zich warm te houden.
Er ligt een dekbed van blad ligt over de tuin, met een dikke laag compost eronder. De wormen blijven zo warm en actief en doen het spitwerk voor mij deze winter. De pastinaak, die is blijven staan in de grond, wordt steeds zoeter doordat de vorst er nu overheen is geweest, net als de kolen.
Mijn voornaamste bezigheden zijn vogels voeren en vorst in de gaten houden. Eigenlijk is de Cavolo Nero nu te mooi om te eten. Toch eten we morgen Cavolo Nero als lunch. Daar ga ik pesto van maken, om door de spaghetti te doen. Even nog een blik naar buiten werpen. Is dat een kramsvogel die van de rode besjes van de Cotoneaster snoept? Iedere dag is er een tak meer zonder besjes. Deze dwergmispel is familie van de Rosaceae.
Soms ga ik dik aangekleed even de kou in, om het keukenafval in de compostbak te doen. Ik zie nog wat onkruid en wied weer een emmertje vol. Dan snel weer naar binnen.
Na 21 december beginnen de dagen weer langer te worden. Ik verlang naar zon en warme zeewind. Snoepend van de gedroogde appeltjes, bedenk ik dat de vogels vast ook weer trek hebben. Even kijken of ze nog genoeg voer hebben. Ik geef ze wat van mijn gedroogde appeltjes, een handje havermout en zaadjes uit het blikken doosje dat altijd voor hun klaar staat. De egel ligt beschut in zijn egelhuis te overwinteren. Die zie ik voorlopig niet meer, hij is vast in winterslaap. De tuin ligt er prachtig bij. Ik kijk alleen maar ademloos toe.
Het is nog lang geen tijd om te zaaien en toch staat het blik vol zakjes zaad klaar voor gebruik. Zakjes vol dromen...
De stapel leesvoer is gelukkig hoog en tijd is er volop. De verzamelde zaden sorteer ik weer op maand en week zodat ik in het zaaiseizoen direct van start kan gaan. De zelf gekweekte zaden doe ik in zadenbewaarzakjes.